1
January
2015
‘De bestaande wet- en regelgeving remt innovatie en economische vernieuwing.’ Met die waarschuwing luidde de hoogste ambtenaar van het Ministerie van Economische Zaken – secretaris-generaal Maarten Camps – de noodklok in zijn nieuwjaarsartikel (Kiezen voor kansen, ESB januari 2015). Minder gedetailleerde wet- en regelgeving is volgens hem noodzakelijk om in de vergrijzende Nederlandse samenleving met steeds minder arbeidspotentieel de welvaart op peil te houden.
De reden voor het pleidooi is duidelijk. Door de vergrijzing daalt het aandeel werkenden. Die moeten dus productiever worden om onze welvaart en ons welzijn (onder andere de gezondheidszorg) op peil te houden. Dat kan door innovatie in productie en dienstverlening, maar ook door vernieuwing in de zorginfrastructuur waardoor de schaarse werknemers die we straks nog hebben steeds beter worden ontzorgd. In die rol zal ook de kinderopvang zich moeten ontwikkelen en het is maar de vraag of de huidige gedetailleerde wet- en regelgeving daarvoor voldoende ruimte biedt.
De huidige regelgeving heeft immers een focus om risico’s te minimaliseren (onder andere het vier-ogenprincipe en 1ratio.nl) waar door afwijkend aanbod op de grens van formeel en informele opvang wordt belemmerd (onder andere ouderparticipatiecrèches).
Vanuit de zittende aanbieders is dat heel verdedigbaar. Die willen best concurreren maar dan wel onder gelijke condities in een level playing field.
Vanuit de drang naar innovatie en vernieuwing geredeneerd is het vasthouden aan de gedetailleerde huidige regelgeving de dood in de pot.
Wat ons de afgelopen jaren heeft geleerd is dat de kinderopvangmarkt niet gedefinieerd kan worden met uitsluitend de in het LRKP-geregistreerde opvang.
De belangrijkste concurrent is immers niet de collega-aanbieder op de hoek maar opa en oma die nog nooit van het vier-ogenprincipe gehoord hebben. Met een bredere definitie van de kinderopvangmarkt kan je erop wachten dat er vroeg of laat een aanbieder opstaat die een combinatie aanbiedt van geregistreerde en niet-geregistreerde opvang.
In een andere dienstverlenende bedrijfstak – de taxibranche – is dat al gaande en worden wetgevers al geprikkeld om een nieuwe afweging te maken tussen het publieke belang van consumenten (bescherming tegen beunhazen) en het publieke belang van bestaande aanbieders (level playing field).
Nieuwe technologie waaronder apps en social media maken het mogelijk om het kinderopvangaanbod in termen van prijs en kwaliteit steeds transparanter te maken en meer individueel maatwerk te leveren. Het argument dat de overheid ouders en kinderen moet beschermen tegen beunhazen zal altijd blijven bestaan maar zal een andere invulling krijgen door technologische ontwikkelingen. Net als de OV chipkaart weten we eigenlijk nu al dat de traditionele oudercommissie zijn langste tijd wel gehad heeft en is het slechts een kwestie van tijd voordat de wettelijke bepalingen en het toezicht op dit punt worden geschrapt.
We moeten eerlijk zijn: tot nu toe landt er maar weinig deregulering in de branche kinderopvang en is het ook maar de vraag of de nieuwe kwaliteitsvisie daaraan een impuls gaat geven. En misschien is dat ook wel de reden – zoals Maarten Camps redeneert – dat het innovatiegehalte van de kinderopvang uiterst beperkt is.
Wellicht hebben branche en wetgever wel een nieuw Über-initiatief nodig om een meer fundamentele discussie te voeren over de rolverdeling tussen ouders, overheid en ondernemers in de participatiesamenleving die ons te wachten staat.
Met dit perspectief is het wel verrassend te zien hoe weinig kinderopvangaanbieders investeren in de ‘warme worst’. De halvering van de de omzet in de afgelopen jaren werd veroorzaakt door bestaande klanten die niet volledig afhaakten maar minder gingen afnemen. De initiatieven om nieuwe klanten te werven met kortingsacties, vernieuwde websites en prijsdifferentiatie stapelen zich op. De inzet om bestaande of ‘warme’ klanten actief te benaderen om oma deels weer in te ruilen voor de formele variant blijft tot nu toe echter beperkt. In andere branches (en bij de Hema) heeft de ‘warme worst’ zich al bewezen. Voor de kinderopvang wordt het hoog tijd om terrein terug te winnen met een bredere definitie van de markt en een daarbij passende marktbenadering.
Reageren? ed@buitenhek.nl.
www.bbmp.nl