26
April
2023
Opluchting bij kinderopvangaanbieders en jonge gezinnen, onzekerheid lage inkomens over afschaffen inkomensafhankelijke combinatiekorting
Uitstel kabinetsplan kinderopvang
‘Kabinet moet bezuinigen, gratis kinderopvang met twee jaar uitgesteld’ staat vandaag in de kranten. De rentelasten van de overheid zijn gestegen, de opvang van asielzoekers kost meer dan gepland en de schade door gasbevingen in Groningen moet afgewikkeld worden. En dus moet er bezuinigd worden en heeft de realiteit, die de meeste kinderopvangaanbieders en jonge gezinnen allang zagen, ook de Haagse ingewijden bereikt: bijna gratis kinderopvang wordt uitgesteld van 2025 naar 2027 omdat het niet uitvoerbaar is en dat is een welkome aanvulling op het begrotingstekort.
“Het personeelstekort in de sector is de reden voor het uitstel. Het aantal vacatures in de kinderopvang is in een paar jaar tijd verviervoudigd, de werkdruk is hoog en het ziekteverzuim loopt op. Het uitstel is dan ook geen bezuiniging, maar het gevolg van een probleem met de uitvoerbaarheid” zo wil het kabinet het uitstel motiveren.
Uitstel of afstel?
Het is vervolgens de vraag of het verwachte personeelstekort in 2027 veel kleiner, of opgelost is en dat blijkt uit de meest recente analyses - van de overheid zelf - niet het geval:
Tot aan 2032 lopen, ook zonder (bijna) gratis kinderopvang, de personeelstekorten in de kinderopvangbranche op en het CPB waarschuwt voor aanhoudende krapte en dringt het aan op scherpe keuzes van het kabinet. Dat betekent dat uitstel naar 2027, 2028 of zelfs 2032 geen oplossing is voor het probleem met de uitvoering dat er ligt.
De conclusie is dat het kabinet in de Voorjaarsnota uitstel van de plannen presenteert terwijl zij op basis van de beschikbare informatie al weet dat uitstel niet helpt omdat de plannen - volgens de wetenschappelijke onderzoeken die ze zelf heeft laten opstellen – niet tot 2027 maar tenminste tot en met 2032 niet haalbaar zijn.
Doekje voor het bloeden levert meer knelpunten op
Als doekje voor het bloeden wil het kabinet de kinderopvangtoeslag in 2025 en 2026 verhogen maar ook dat levert extra vraag naar opvang en personeel op en dus toename van de wachtlijsten.
Van uitstel komt afstel en dat is voor dit kabinetsplan het meest voor de hand liggende scenario. Het politieke Haagse compromis om met enige compensatie te komen in 2025 en 2026 is uitsluitend genoegdoening voor de ‘Haagse ingewijden’. Voor de kinderopvangbranche en voor de jonge gezinnen levert ook dat compromis extra lange wachtlijsten, meer carrousel-opvang en nog meer werkdruk op.
Zorgen voor lage inkomens en arbeidsparticipatie over IACK
In de huidige meerjarenbegroting is een bezuiniging ingeboekt van € 1,7 mld. op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) vanaf 2025. Dat is geen toeval omdat die bezuiniging rechtstreeks gekoppeld waren aan de kabinetsplannen als dekking voor (bijna) gratis kinderopvang: “Vanaf 1 januari 2025 wordt de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) die het voor ouders financieel aantrekkelijk maakt om werk met zorg voor kinderen te combineren, afgeschaft. Om ouders te blijven stimuleren werk en zorg voor kinderen te combineren, wordt de kinderopvangtoeslag aangepast. De IACK is dan niet meer nodig.”
De IACK heeft een sterker effect op de arbeidsparticipatie dan (bijna) gratis opvang omdat de IACK gericht is op een groep - met lagere inkomens - die sterk reageert op financiële prikkels. In plaats van genoegdoening voor de coalitiepartijen met een doekje voor het bloeden door verhoging in 2025 en 2026 van de kinderopvangtoeslag, zou instandhouding van de IACK een betere oplossing zijn. Die oplossing draagt bij aan arbeidsparticipatie en koopkracht van de laagste inkomens.
Conclusie: uit- of afstel kabinetsplan kinderopvang kan niet zonder uitstel afschaffen IACK
Bijna gratis kinderopvang is volgens de laatste arbeidsmarktprognoses tot en met 2032 een utopie en uitstel van de kabinetsplannen tot 2027 is geen reële oplossing daarvoor. Het beoogde doekje voor het bloeden – verhoging van de kinderopvangtoeslag in 2025 en 2026 – levert geen meerwaarde op voor het terugdringen van de wachtlijsten en de werkdruk. Het uitstellen of afstellen van de kabinetsplannen zou gekoppeld moeten zijn aan uitstel/afstel van bezuinigingen op de IACK om te voorkomen dat de koopkracht van lage inkomens en de arbeidsparticipatie wordt aangetast.
Het is afwachten of we in de Voorjaarsnota 2023 het hele of slechts het halve verhaal krijgen over de kinderopvang en de IACK.